Cliëntenonderzoek en meldplicht in het notariaat
Op veel van onze dienstverlening is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) van toepassing. Hieronder treft u algemene informatie aan over deze wet en over de gevolgen daarvan voor onze dagelijkse praktijk.
De notaris is op grond van de Wet op het notarisambt verplicht de identiteit van zijn cliënt vast te stellen. Daarnaast is de notaris wettelijk verplicht om cliëntenonderzoek te doen en ongebruikelijke transacties te melden bij een landelijk meldpunt van de overheid (FIU Nederland). Dit op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Veel werkzaamheden van de notaris vallen onder de Wwft. Diensten op het gebied van vastgoed en ondernemingsrecht vallen over het algemeen onder de Wwft. Ook bij personen- en familierecht kan de Wwft van toepassing zijn, bijvoorbeeld als de notaris ook fiscaal advies geeft.
Cliëntenonderzoek
Hoe uitgebreid de notaris onderzoek moet doen, hangt af van de risico’s op witwassen of terrorismefinanciering. Omstandigheden die invloed hebben op die risico’s zijn bijvoorbeeld:
- of de cliënt actief is in een branche die bekend staat als gevoelig voor witwaspraktijken, of financiert met gelden die te maken hebben met zo’n branche;
- of de cliënt, de transactie of de gebruikte gelden te maken hebben met een land dat bekend staat om een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering;
- of de cliënt in de media voorkomt met berichten die het risico op witwassen of terrorismefinanciering verhogen;
- of de van de notaris gevraagde dienstverlening past bij de cliënt;
- of de cliënt een belangrijke
- politieke functie heeft of heeft gehad, en daarmee een risico op corruptie meebrengt.
Het onderzoek door de notaris verschilt dus per zaak. En onder sommige omstandigheden moet de notaris verder doorvragen.
Wát de notaris moet onderzoeken staat in de Wwft. Het gaat om de volgende onderdelen:
- de identiteit van de cliënt (en de vertegenwoordiger als die er is);
- het doel en de achtergrond van de gevraagde werkzaamheden;
- of vertegenwoordigers wel bevoegd zijn om te vertegenwoordigen;
- of de cliënt wel echt voor zichzelf handelt, of eigenlijk voor iemand anders;
- bij financiële transacties: waar de gelden (of andere financiële middelen) die hierbij worden gebruikt vandaan komen (om te voorkomen dat er illegaal geld wordt gebruikt);
- bij rechtspersonen en vennootschappen: hoe de structuur (eigendom en zeggenschap) in elkaar zit en wie de uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) zijn;
- of de cliënt of de UBO een politiek prominente persoon is.
De notaris mag geen werkzaamheden voor een cliënt verrichten als het cliëntenonderzoek niet kan worden afgerond. Als er al een relatie met de cliënt bestaat, moet die in dat geval worden beëindigd. Als er daarnaast aanwijzingen zijn voor witwassen of het financieren van terrorisme, dan moet de notaris een melding doen bij de FIU-Nederland.
Meldplicht
Bij dienstverlening die onder de Wwft valt is de notaris verplicht ongebruikelijke transacties te melden bij een landelijk meldpunt van de overheid (FIU Nederland). Een transactie (of voorgenomen transactie) is ongebruikelijk als die te maken kan hebben met witwassen of het financieren van terrorisme. De notaris heeft een geheimhoudingsplicht, maar de meldplicht doorbreekt deze. De notaris mag de cliënt niets vertellen over een melding (of de notaris van plan is een melding te doen of heeft gedaan).
De notaris heeft geen meldplicht als een ongebruikelijke transactie (of voorgenomen ongebruikelijke transactie) in een oriënterende bespreking ter sprake komt. Cliënten kunnen dan alles vrij met de notaris bespreken. De wettelijke meldplicht geldt vanaf het moment dat de notaris een zaak daadwerkelijk in behandeling neemt en het duidelijk is dat de gevraagde transactie onder de Wwft valt.
Contanten
Notarissen mogen op basis van hun beroepsregels geen contante bedragen aannemen of uitbetalen boven €2.500,00. Op grond van de Wwft geldt voor de notaris de verplichting contante betalingen van €10.000,00 of meer te melden bij de FIU Nederland. De meldplicht geldt ook als de cliënt de contanten op een rekening van de notaris stort. Door de cliënt voorgenomen contante betalingen aan de notaris of gewenste uitbetalingen van €10.000,00 of meer die niet worden uitgevoerd, moeten ook gemeld worden.
Identiteit van natuurlijke personen als cliënt
Onderdanen van de EU/EER-landen en Zwitserland kunnen hun identiteit laten controleren aan de hand van een geldig nationaal paspoort, een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort, een geldige Nederlandse identiteitskaart met pasfoto of een geldig rijbewijs met pasfoto waarvan de houder in Nederland woont. Andere personen kunnen hun identiteit laten controleren aan de hand van een geldig reisdocument of een geldig vreemdelingendocument als zij langer dan drie maanden in Nederland verblijven en aan de hand van een geldig nationaal paspoort als zij niet (langer dan drie maanden) in Nederland verblijven. Het vaststellen van de identiteit kan in overleg met de notaris ook door een andere beroepsbeoefenaar worden gedaan. Als er een notariële akte wordt opgesteld moet de notaris de echtheid van het identiteitsdocument controleren met een speciale scanner (WID-scanner). Identiteit en UBO’s van rechtspersonen als cliënt
De identiteit van een rechtspersoon als cliënt, zoals een BV, een NV of een stichting, kan worden vastgesteld aan de hand van een uittreksel uit het handelsregister. Dit kan zowel een uittreksel in fysieke vorm zijn als een uittreksel in elektronische vorm dat door de notaris zelf wordt aangevraagd. Ook alle personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een cliënt-rechtspersoon moeten bekend zijn bij de notaris en hun identiteit desgewenst laten controleren. Deze personen worden ook wel UBO’s genoemd, oftewel ultimate beneficial owners (uiteindelijk belanghebbenden). Iedere rechtspersoon heeft ten minste één UBO, maar kan ook meerdere UBO’s hebben. Een UBO is altijd een natuurlijke persoon. Als er geen “echte” UBO is of als er enige twijfel is of de achterhaalde persoon de UBO is, worden alle natuurlijke personen die behoren tot het hoger leidinggevend personeel van de cliënt rechtspersoon aangemerkt als pseudo-UBO’s (bijvoorbeeld alle statutaire bestuurders van een BV). Voor andere juridische entiteiten als cliënt, zoals een maatschap of een CV, gelden vergelijkbare regels.
UBO-register
Als de cliënt een rechtspersoon of andere juridische entiteit is, moet de notaris het UBO-register raadplegen om vast te stellen of de UBO’s van de cliënt hierin zijn opgenomen. Het UBO-register is een register waarin bijna alle Nederlandse rechtspersonen en andere juridische entiteiten hun UBO’s moeten registreren. Het UBO-register is onderdeel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Een deel van de gegevens in het UBO-register is openbaar.
Als er een verschil zit tussen de UBO-informatie die is opgenomen in het UBO-register en de UBO- informatie die de notaris zelf heeft, dan moet de notaris dat verschil melden bij de Kamer van Koophandel. Dit wordt de terugmeldplicht genoemd. Net als bij een melding van een ongebruikelijke transactie bij de FIU-Nederland doorbreekt de terugmeldplicht de wettelijke geheimhoudingsplicht van de notaris.
Herkomst van de gelden
De notaris moet onderzoek doen naar de herkomst van de gelden die bij een financiële transactie worden gebruikt. Dit geldt ook als de gelden van een Nederlandse bankrekening afkomstig zijn. De notaris heeft een eigen onderzoeksplicht naast die van de bank. Deze onderzoeksplicht geldt ook voor gelden die niet via de derdengeldenrekening van de notaris worden betaald (dus ook bij een betaling tussen partijen onderling). Daarnaast geldt deze onderzoeksplicht ook als de transactie met andere financiële middelen dan geld wordt gefinancierd (zoals verrekening of aandelen).
De notaris mag niet aan een financiële transactie meewerken als niet aannemelijk is dat de hierbij gebruikte gelden uit legale bron afkomstig zijn. Ook hier geldt dat de diepgang van het onderzoek door de notaris afhangt van de risico’s op witwassen of terrorismefinanciering. Als het onderzoek niet naar genoegen van de notaris kan worden afgerond, dan zal de notaris dienstweigeren en mogelijk een melding doen bij de FIU-Nederland.
Bron: “Brochure cliëntenonderzoek en meldplicht in het notariaat” (versie maart 2022), uitgegeven door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
Client screening and obligation to report in the notarial profession
Many of our services are subject to the Money Laundering and Terrorist Financing (Prevention) Act (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)). Below you will find general information about this law and its implications for our daily practice.
Under the Civil-Law Notaries Act (Wet op het notarisambt), the civil-law notary is obliged to establish the identity of his client. In addition, the civil-law notary is legally obliged to do a client screening and to report unusual transactions to a national government reporting point (FIU-Nederland). This is required under the Money Laundering and Terrorist Financing (Prevention) Act (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)). Many of the civil-law notary’s services are subject to the Wwft. Services in the area of real estate and corporate law are generally subject to the Wwft. The Wwft can also apply in the area of the law of persons and family law, for example if the civil-law notary gives tax advice as well.
Client screening
The civil-law notary’s screening intensity depends on the risks of money laundering or terrorist financing. Examples of circumstances that influence these risks are:
- whether the client is active in a sector known to be sensitive to money laundering, or finances with funds related to such a sector;
- whether the client, the transaction or the funds used relate to a country known to have a higher risk of money laundering or terrorist financing;
- whether the client appears in the media with reports that increase the risk of money laundering or terrorist financing;
- whether the service requested from the civil-law notary befits the client;
- whether the client has or has had an important political function and, as such, presents a risk of corruption.
The screening by the civil-law notary therefore differs from case to case. There may be circumstances in which the civil-law notary must continue to ask questions.
The elements that the civil-law notary has to screen are stipulated in the Wwft. The following is concerned:
- the client’s identity (and that of the representative, if any);
- the purpose and background of the requested services;
- whether representatives are authorised to represent;
- whether the client is really acting on his own behalf, or actually on behalf of someone else;
- in the case of financial transactions: the origin of the funds (or other financial resources) used in the transaction (in order to avoid the use of illegal funds);
- in the case of legal entities and companies: how the structure (ownership and control) is put together and who the ultimate beneficial owners (UBOs) are;
- whether the client or the UBO is a politically exposed person.
The civil-law notary is not allowed to render services for a client if the client screening cannot be completed. If a relationship with the client already exists, it must be terminated in that case. If there are also indications of money laundering or terrorist financing, the civil-law notary must report this to FIU- Nederland.
Obligation to report
In respect of services that are subject to the Wwft, the civil-law notary is obliged to report unusual transactions to a national government reporting point (FIU-Nederland). A transaction (or intended transaction) is unusual if it could be connected with money laundering or terrorist financing. The civil- law notary has a duty of confidentiality, but it is breached by the obligation to report. The civil-law notary is not allowed to tell the client anything about a report (whether the civil-law notary intends to report or has already done so).
The civil-law notary has no obligation to report if an unusual transaction (or intended unusual transaction) is discussed during an exploratory meeting. Clients are then free to discuss everything with the civil-law notary. The statutory obligation to report applies from the moment the civil-law notary actually takes up the case and it is clear that the requested transaction is subject to the Wwft.
Cash
Under their professional rules, civil-law notaries are not allowed to accept or pay out cash amounts exceeding €2,500.00. Under the Wwft, civil-law notaries are obliged to report cash payments of €10,000.00 or more to FIU-Nederland. The obligation to report also applies if the client deposits the cash into the civil-law notary’s account. Cash payments intended by the client to the civil-law notary or desired payments of €10,000.00 or more that are not carried out must also be reported.
Identity of clients being natural persons
Nationals of the EU/EEA countries and Switzerland may have their identities verified by means of a valid national passport, a diplomatic or service passport, a valid Dutch identity card with passport photo, or a valid driving license with passport photo of which the holder lives in the Netherlands. Other persons may have their identities verified by means of a valid travel document or a valid alien’s document if they reside longer than three months in the Netherlands. In consultation with the civil-law notary, the identification may also take place by another professional. If a notarial deed is drawn up, the civil-law notary must check the authenticity of the identity document with a special scanner (WID scanner). Identity and UBOs of clients being legal entities
The identity of a client being a legal entity such as a BV (private limited company), NV (public limited company) or foundation may be established by means of a commercial register extract. This can either be a physical extract or an electronic extract applied for by the civil-law notary himself. Also any person who ultimately owns or controls a legal entity being a client must be known to the civil-law notary, and have his identity verified if necessary. These persons are also referred to as UBOs: ultimate beneficial owners. Each legal entity has at least one UBO, but may have more than one UBO. A UBO is always a natural person. If there is no “real” UBO or if there is any doubt that the identified person is the UBO, all natural persons belonging to the client’s senior executive staff will be considered pseudo-UBOs (i.e. all directors under the articles of association of a BV). Similar rules apply to clients being other legal entities, such as a maatschap (partnership) or a CV (limited partnership).
UBO register
If the client is a legal entity, the civil-law notary must consult the UBO register to determine whether the UBOs of the client are recorded. The UBO register is a register in which almost all Dutch legal entities have to register their UBOs. The UBO register is part of the commercial register of the Chamber of Commerce. Part of the data in the UBO register is public. If there is a difference between the UBO information recorded in the UBO register and the UBO information held by the civil-law notary, the civil-law notary has to report this difference to the Chamber of Commerce. This is called a feedback obligation. As in the case of reporting an unusual transaction to FIU-Nederland, the feedback obligation breaches the civil-law notary’s statutory obligation of confidentiality.
Origin of the funds
The civil-law notary must screen the origin of the funds used in a financial transaction. This also applies if the funds originate from a Dutch bank account. The civil-law notary has his own obligation to screen in addition to that of the bank. This obligation to screen also applies to funds that are not paid into the civil-law notary’s clients’ account (i.e. also in the case of a payment between the parties). In addition, this obligation to screen also applies if the transaction is financed by financial resources other than money (for example setoff or shares).
The civil-law notary must not assist in a financial transaction if it is not plausible that the funds used in the transaction originate from a legal source. The depth of the civil-law notary’s screening depends on the risks of money laundering or terrorist financing. If the screening cannot be completed to the civil-law notary’s satisfaction, the civil-law notary will refuse the services and may have to report to FIU- Nederland.